IS HET WK-PARCOURS TE ZWAAR VOOR VAN AERT EN VAN DER POEL? “ER WORDT DAN ANDERS GEKOERST”
We krijgen met de Giro, Tour, Olympische Spelen en Vuelta eerst nog de nodige grote evenementen, maar wielerliefhebbers kijken toch al met een schuin oog naar de komende wereldkampioenschappen wielrennen (21-29 september) in het Zwitserse Zürich. Een belangrijke vraag: is het komende WK te zwaar voor klassieke renners als Mathieu van der Poel en Wout van Aert?
Het lokale parcours van de wegwedstrijden speelt zich af op een omloop van 26,8 kilometer in en rond Zürich. Het begin van de ronde is het lastigst, met twee hellingen die elkaar snel opvolgen. Met de Zürichbergstrasse (1,1 km aan 8%) en de klim naar Witikon (2,3 km aan 5,7%) volgen er telkens twee scherprechters. De wedstrijd is in totaal 273,9 kilometer lang en bevat 4.470 hoogtemeters.
Ter indicatie: in Luik-Bastenaken-Luik zaten er dit jaar 4.260 hoogtemeters, verdeeld over een afstand van 254,5 kilometer. Mogen we daarom al concluderen dat het WK-parcours te lastig is voor de wat zwaardere klassieke types als Van der Poel en Van Aert? De Belgische bondscoach Sven Vanthourenhout is het hier niet mee eens. “De afstand en het aantal hoogtemeters kunnen dan wel vergelijkbaar zijn, een WK is altijd anders”, klinkt het in gesprek met Het Nieuwsblad.
- Lees ook Dit zijn de parcoursen van het WK wielrennen 2024 in Zürich
Andere waardeverhoudingen
“Ook al omdat je te maken krijgt met lokale rondes. Dat is toch anders dan in bijvoorbeeld Luik-Bastenaken-Luik. Op een lokaal circuit wordt vaak anders gekoerst. En het is niet omdat Van der Poel net iets te kort komt in Luik, dat dit ook zo op het WK zal zijn. Ik herinner mij nog dat ik op het WK in Imola in 2020 renners zag lossen die twee weken eerder in een grote ronde een dik klassement reden. Terwijl op dat moment Vlaamse klassieke renners zoals Oliver Naesen en Wout van Aert wel nog vooraan in koers zaten.”
“Op een WK wordt er anders gekoerst, wordt die koers anders ingedeeld. Dan kan het resultaat ook helemaal anders zijn. Nogmaals: in dat opzicht vind ik een WK altijd een heel aparte wedstrijd”, schetst Vanthourenhout. “Er zijn renners die goed uit een grote ronde komen en die kunnen scoren op een WK en je hebt renners die minder goed uit een grote ronde komen of die een klassement gereden hebben en daardoor wat tekortkomen.”